Meet Trappen
Leer hoe je zowel binnen- als buitentrappen meet.
Last updated
Was this helpful?
Leer hoe je zowel binnen- als buitentrappen meet.
Last updated
Was this helpful?
Volg deze stappen om een trap te meten: 1. Je kunt een gesloten vormmeting starten door op het '+'-icoon in het midden onderaan de app te tikken en vervolgens Gesloten Vorm te kiezen. Een gesloten vorm geeft zowel de omtrek als het oppervlak (in m² of ft²). 2. In het volgende scherm kun je beginnen met meten. Onderaan zie je de beschikbare padtypes. Standaard staat het padtype op Rechte Lijn. Dit betekent dat de pauzepunten (de punten waarop je het apparaat neerzet) met rechte lijnen aan elkaar worden verbonden. Je kunt dit padtype gewoon laten staan. 3. Kies een herkenbaar startpunt onderaan de trap, bijvoorbeeld linksonder. Plaats je apparaat stil op dat punt om je eerste meetpunt vast te leggen. 4. Loop de trap op en blijf aan dezelfde kant als waar je bent begonnen (bijvoorbeeld links). Zet het apparaat elke 6–8 seconden neer om een meetpunt vast te leggen. Je hoeft je niet te haasten of een specifiek punt te bereiken – je kunt zo vaak pauzeren als je wilt of nodig hebt. 5. Eenmaal boven, pauzeer opnieuw om dat meetpunt vast te leggen. Ga vervolgens naar de andere kant van de trap (bijvoorbeeld rechts) en plaats het apparaat neer op het verste punt aan die zijde. 6. Eenmaal boven, pauzeer opnieuw om dat meetpunt vast te leggen. Ga vervolgens naar de andere kant van de trap (bijvoorbeeld rechts) en plaats het apparaat neer op het verste punt aan die zijde. 7. Zodra je beneden aankomt, pauzeer opnieuw om dat punt vast te leggen. 8. Loop nu naar de overkant om te eindigen bij hetzelfde punt als waar je begonnen bent, zodat de vorm wordt gesloten. 9. Tik op het rode Stop-icoon onderaan het scherm om je meting te voltooien. Je ziet nu de 2D-weergave (bovenaanzicht) van de meting, waarin je de omtrek en het oppervlak van de trap kunt bekijken. Door op de 3D-kubus te tikken, kun je hoogteverschillen, hellingen of gradiënten verkennen. Door op elk geselecteerd punt te tikken, zie je de relatieve X-, Y- en Z-coördinaten, waarbij Z de hoogte vertegenwoordigt. Als je op een geselecteerde lijn tikt, kun je de lengte, stijging (rise) en afloop (run) bekijken. Lees meer over het bekijken van en het begrijpen van de verschillende weergaven.